1.   peper zn. 'specerij'
categorie:
leenwoord
Mnl. pepere 'peper' [1220-40; VMNW], peper 'id.' [1240; VMNW]; vnnl. Peper van Indien 'Spaanse peper' [1543; Fuchs, 281].
Zeer vroege ontlening aan Latijn piper 'peper', ontleend aan Grieks péperi 'id.', zelf een oosters leenwoord, uit Middel-Indisch pipparī, vergelijk Sanskrit pippalī 'peper'.
Aanvankelijk waren hier alleen de peperbesjes van de peperstruik (vooral Piper nigrum) bekend. Na de ontdekking van Amerika kwamen daar andere soorten peper bij, zoals Spaanse peper (van het geslacht Capsicum).
Fries: piper


  naar boven