1.   amaryllis zn. 'sierplant van het geslacht Hippeastrum (vroeger Amaryllis)'
categorie:
leenwoord, eponiem, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. amaryllis "Lelie-narcis" [1780, bij Houttuyn; WNT].
In 1735 door Linnaeus zo genoemd naar Amarullís, een herderin in de 3e Idylle van de Griekse dichter Theocritus van Syracuse (ca. 300-250 voor Chr.). Deze naam is afgeleid van Grieks amarússein 'stralen, flonkeren'.
Fries: amaryllis


  naar boven