1.   vervangen ww. 'de plaats innemen van'
categorie:
geleed woord
Mnl. vervaen, vervanghen '(schade) verhalen' in ende hen heuethi niet so uele; men sal uervaen an sins selues lechame 'en heeft hij niet genoeg, dan zal men het verhalen op zijn lichaam' [1237; VMNW], 'steunen, beschermen' in (over goedbetaalde arbeid) daer it an Was te ueruane 'waarmee het mogelijk was (armen) te steunen' [1265-70; VMNW], 'steunen, voor iemand opkomen, (in rechte) optreden voor/namens' in Vort uervanghen wi onse ghebosemte die dar in dat ambocht enech goet hadden 'voorts treden wij op namens onze nakomelingen die daar in dat ambacht enig bezit hadden' [1273; VMNW]; vnnl. vervangen 'de plaats innemen van' in derwaerts gezonden, om den geene, die aldaer tegenwoordig en een stok out man was, op zijn verzoek te vervangen [1670; WNT]; nnl. vervangen 'de plaats (doen) innemen van' in vrolijkheid vervangt de bangste smarte [1806; WNT].
Afleiding met het voorvoegsel ver- (sub a) van het ww. vangen 'pakken, krijgen', in het Middelnederlands ook vaen, zie verder vangen; vervangen is dus oorspr. 'in zijn macht krijgen, opvangen' en daaruit ook 'binnen zijn bescherming krijgen, opvangen, steunen'. Uit de betekenis 'iemand steunen, voor iemand opkomen, voor iemand in rechte optreden, in de plaats treden van' kon de betekenis 'de plaats innemen van' ontstaan.
Fries: ferfange


  naar boven