1.   attenderen ww. 'opmerkzaam maken'
categorie:
leenwoord
Nnl. attenderen 'acht slaan op' in bijv.: Ge hoeft niet hierop te attendeeren of er op te antwoorden [1885; WNT Supp.], '(iemand) opmerkzaam maken' [1940; WNT Supp.]. Eerder alleen in woordenboeken: van Van den Werve [1553], Hofman [1650] en Meijer [1654], alleen met de betekenis 'toehoren, toeluisteren', vermoedelijk slechts een vertaling van het Latijn. Meijer [1654] geeft als eerste een betekenis "waarnemen, opletten"; zo ook Weiland [1832].
Ontleend aan Latijn attendere 'gericht zijn op, zijn aandacht geven aan', gevormd uit ad- en tendere 'spannen, richten, zich inspannen', zie tenderen.
Fries: attindearje


  naar boven