1.   anno bw. 'in het jaar'
categorie:
leenwoord
Mnl. in Dese voruuorde was gemaket anno domini mo cco xlo ixo in maio 'dit voorwoord werd opgesteld in het jaar des Heren 1249, in mei' [1249; CG I, 43].
Oorspr. de ablatief van het Latijnse zn. annus 'jaar' (zie ook annalen, annuïteit). In het middeleeuws Latijn was dit in oorkonden de gebruikelijke vorm om voor jaartallen te zetten, meestal in de verbinding anno Domini 'in het jaar des Heren'.
Fries: anno


  naar boven