1.   nostalgie zn. 'verlangen naar vroeger'
categorie:
leenwoord
Nnl. nostalgie "heimwee, de met zwaarmoedigheid gepaarde begeerte naar het vaderland" [1824; Weiland], 'verlangen naar vroeger' [1976; Van Dale].
Ontleend aan Frans nostalgie [1759; Rey], een door de Zwitserse arts Harder in 1678 (Kluge21) als Neolatijn nostalgia voorgestelde samenstelling uit Grieks nóstos 'terugkeer' en álgos 'pijn', bedoeld als wetenschappelijke vertaling van Zwitsers-Duits Heimweh, zie heimwee.
Grieks nóstos is een afleiding van néesthai 'ongedeerd terugkeren' < *nés-esthai, dat verwant is met genezen, zie ook nering. Van Grieks álgos is de herkomst onbekend.
De term was oorspr. synoniem met heimwee en is zo in vele talen tot de algemene taal doorgedrongen. Omdat heimwehe in het Frans ook een letterlijke vertaling kreeg (mal du pays), bestonden er twee synonieme termen naast elkaar. Eén ervan, nostalgie, onderging vervolgens een betekenisverschuiving van 'verlangen naar thuis' naar 'verlangen naar vroeger' en dat is de enige betekenis die het in het Nederlands nog heeft.
Fries: nostalgy


  naar boven