1.   bevreemden ww. 'verbazen'
categorie:
geleed woord
Mnl. bevremden 'zich verwonderen' [MNHW]; vnnl. bevreemden 'verwonderen, verbazen' [1642; WNT]; nnl. bevreemd '(enigszins) verbaasd' [1835; WNT].
Gevormd uit het voorvoegsel be- en het bn. vreemd.
Meestal in de onpersoonlijke constructie het bevreemdt mij, letterlijk 'het maakt mij vreemd', dus 'het verbaast mij'.
bevreemding zn. 'verwondering'. Vnnl. bevreemding 'id.' [1644; WNT]. Afleiding met -ing.
Fries: befremdzje


  naar boven