1.   schroeien ww. 'oppervlakkig verbranden'
categorie:
etymologie onduidelijk
Vnnl. schroeyen 'aan de oppervlakte enigszins verbranden' in die terstont de vingers niet en schroeyt 'die niet meteen de vingers schroeit' [1618; iWNT]; nnl. Wanneer de zon begint te schroeijen en branden [1809; iWNT].
De herkomst is onzeker. Wrsch. een klanknabootsend woord (de klankcombinatie schr-), waarbij associaties met gloeien en broeien een rol hebben gespeeld. Onwaarschijnlijker is de hypothese dat het een contaminatie betreft van vnnl. schouwen 'een oppervlak met heet water behandelen' en broeien 'id.; verbranden, schroeien'.
Schouwen, met overgangsklank uit ouder schouden, betekende 'met heet water bewerken, wassen e.d.', zoals in wie die saye scoud 'wie de saai met heet water bewerkt' [1277; VMNW], bij uitbreiding ook 'schroeien d.m.v. heet water' (bijv. van geslachte dieren om het haar te verwijderen) in die scoud een zwijn op die strate 'die op straat een varken schroeit' [1300-50; MNW], Dat hem die hant dochte scouden 'dat zijn hand leek te verbranden' [1300-50; MNW-R]. Het is, net als Engels scald, ontleend aan Oudfrans eschauder 'met heet water bewerken; verhitten, branden, schroeien', ontwikkeld uit Laatlatijn excaldare 'met heet water baden of spoelen', afleiding van cal(i)dus 'heet water', zie verder schouw 1 'stookplaats'.
Broeien was in het Middelnederlands overgankelijk 'verbranden, schroeien; met kokend water behandelen' in vanden broyen ende scone temakene x sol 'voor het met heet water behandelen en schoonmaken (van varkens) 10 schelling' [1286; VMNW], Drie yseren dede hi gloeyen, daer dede hi dat vleysch an broeyen [15e eeuw; MNW], zie verder broeien.
Traditioneel (FvW, WNT, NEW, EDale, Toll.) wordt schroeien in verband gebracht met schraal, maar de verschillen in zowel de vormen als de betekenissen van beide woorden lijken moeilijk overbrugbaar, zeker gezien hun relatief jonge leeftijd. Verder voeren FvW en de meeste latere etymologische woordenboeken ter vergelijking mnd. schrôien aan. Van dit woord is echter maar één vindplaats bekend, namelijk oostelijk mnl. schroyen [1300-50; MndH], waarvan de betekenis onzeker is. Dat woord zou een verkeerde lezing kunnen zijn voor stroyen 'strooien' (MndH) en biedt dus geen betrouwbare vroegere datering.
Fries: skroeie


  naar boven