1.   sjanker zn. 'geslachtsziekte'
categorie:
leenwoord
Vnnl. chancer 'zweer aan geslachtsdelen, geslachtsziekte' in chancers, druypers en diergelijcke vuyligheyt [1663; WNT vuiligheid]; nnl. sjanker 'zweer aan geslachtsdelen' in Sjankers en venus-wratten [1769; WNT], 'geslachtsziekte' in syphilis, gonorrhoe of zachten sjanker te behandelen [1920; Vaderland].
Ontleend aan Frans chancre 'venerisch gezwel' [1566; TLF], eerder al 'gezwel, kankergezwel' [1200-50; TLF], ouder cancre 'id.' [1150-1200; TLF], dat teruggaat op Latijn cancer 'gezwel, kankergezwel', zie kanker.
Fries: -


  naar boven