1.   sfinx zn. 'mythisch dier'
categorie:
leenwoord
Vnnl. sfinx 'roofgierig monster, meestal voorgesteld als een leeuw met het hoofd en de boezem van een vrouw, soms ook met vleugels afgebeeld' in Alzoomen dmonstre Spinx hoorde causeren 'zoals men het monster Sfinx hoorde zeggen' [1548; WNT viervoet I]; nnl. 'avondvlinder, pijlstaart' [1855; Fock] zoals in Het geslacht Sphinx heeft zijnen naam ontleend aan de houding der rupsen, wanneer zij rusten [1859-61; WNT], 'stenen beeld in leeuwengedaante met het hoofd van een mens' [1864; WNT wijn], 'iemand die niet te doorgronden is, raadselachtige figuur' [1950; Van Dale].
Ontleend aan Latijn sphinx 'mythisch monster', dat zelf ontleend is aan Grieks sphínx 'id.'. Wordt meestal afgeleid van sphiggein 'samensnoeren, wurgen', maar gezien de varianten phix, phika, sphigga zal dit volksetymologie zijn. Wrsch. ontleend aan Egyptisch sjesep-anch 'levend beeld' of van Klein-Aziatische herkomst.
Bekend uit de mythologie is de sfinx die vanaf een rots de toegang tot het oud-Griekse Thebe bewaakte en voorbijgangers een raadsel opgaf; losten ze dit niet op, dan verslond hij hen. Vandaar de betekenisovergang naar 'raadselachtig persoon' in de renaissance. Hoewel de benaming Grieks is, komt het monsterlijke dier van oorsprong uit Egypte, waar het een mannelijk beeld was met het lichaam van een leeuw en het hoofd van een mens, meestal met een hoofddoek. De vroegste Egyptische beelden dateren van het midden van het 3e millennium v. Chr.
Fries: sfinks


  naar boven