1.   carrosserie zn. 'koetswerk van een auto'
categorie:
leenwoord
Nnl. carrosserie 'koetswerk' [1912; WNT Supp. automobiel].
Ontleend aan Frans carrosserie 'koetswerk van een auto' [1899; Rey], eerder al 'bak van een rijtuig' [1863; Rey], een afleiding bij het zn. carrosse 'koets' [1575; Rey] < Italiaans carrozza [16e eeuw], zie karos.
Fries: karrossery


  naar boven