1.   catamaran zn. 'tweerompenboot'
categorie:
leenwoord
Nnl. kattemaram 'Ceylonees vissersvlot bestaande uit enkele balken' [1806; WNT Aanv.], de samenstelling Catamaran-expeditie [1887; WNT torpedo], catamarans (mv.) 'zeiljachten met twee rompen' [1970; WNT Aanv.].
In de moderne betekenis ontleend via Engels catamaran 'zeiljacht met twee rompen' [1957; OED], eerder al 'vissersvlot' [1673; BDE]; in de betekenis 'Ceylonees vissersvlot' rechtstreeks ontleend aan Tamil kattamaram 'samengebonden hout', van katta 'verbinding' en maram 'hout'.
Fries: catamaran


  naar boven