1.   elektrode zn. 'pool van elektrische keten'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. electrode 'id.' [1855; Fock].
Ontleend aan Engels electrode 'id.', een door de Engelse natuurkundige Michael Faraday (1791-1867) in 1834 geïntroduceerd neologisme, als verzamelwoord voor anode 'positieve elektrode' en kathode 'negatieve elektrode', op basis van de pseudo-stam elektr-, zie verder elektrisch.


  naar boven