1.   nergens bw. 'in of op geen plaats'
categorie:
erfwoord, geleed woord
Onl. nieuuergin, niergin 'nergens' [10e eeuw; W.Ps.]; mnl. nergen 'nergens' in gir ne sult nvo gan niergen 'u mag nu nergens heengaan' [1201-25; VMNW], nerghens 'id.' in nerghens ... dan op die muren ende huysinghe 'nergens anders dan op de muren en de huizen' [1379; Claes 1994a].
Gevormd bij ergens met het Germaanse ontkenningspartikel *ne, waarvoor zie nee(n).
Fries: nearne


  naar boven