1.   bougainville zn. 'heester van het geslacht Bougainvillea'
categorie:
leenwoord, eponiem
Nnl. bougainvillea's (mv.) [1899; WNT raam I], bougainville "een sierplant, vooral in Indië geliefd" [1912; Kramers].
Ontleend aan Frans bougainvillée [1809], genoemd naar de zeevaarder Louis-Antoine de Bougainville (1729-1811), bekend geworden door zijn boek Voyage autour du monde (1771).


  naar boven