1.   akela zn. 'groepsleider'
categorie:
leenwoord, eponiem
Nnl. akeela 'leider of leidster bij de padvinderij' [1926; WNT Aanv.].
Het woord gaat terug op Hindi akelā 'alleen, eenzaam'.
In 1924 verschijnt het woord in het Engels bij de padvinderij. Het is overgenomen uit The Jungle Book (1894) van Rudyard Kipling (1865-1936); Akela is daarin "the great gray Lone Wolf, who led all the Pack by strength and cunning", 'de grote grijze eenzame wolf, die de troep (wolven) aanvoerde, sterk en geslepen als hij was'. Aanvankelijk werden de jonge padvinders die nu 'welpen' worden genoemd, aangeduid als 'jonge wolven': zij stonden onder de leiding van de akela.


  naar boven