1.   winst zn. 'voordeel'
categorie:
geleed woord
Vnnl. winst 'voordeel' in onrechte winst 'onrechtmatig verkregen voordeel' [1561; iWNT], alle winste ende verlies, die in de voorn. neringe ... vallen soude mogen 'alle winst en verlies die in de genoemde zaak zou worden gemaakt' [1567; iWNT].
Afleiding van de wortel van winnen met hetzelfde achtervoegsel als in bijv. dienst en kunst.
Mnd. winst; ofri. winst (nfri. winst); beide 'winst, het gewonnene'.
Fries: winst


  naar boven