1.   interesse zn. 'belangstelling'
categorie:
leenwoord
Nnl. deze interesse ... voor de nieuwere kunst [1892; Groene Amsterdammer], interesse 'belangstelling' [1906; Baale].
Ontleend aan Duits Interesse 'belangstelling' [18e eeuw; Pfeifer]. Het Duitse woord bestond al eerder in de betekenis 'belang' [17e eeuw; Pfeifer] en is in de 15e eeuw als rechtsterm ontleend aan middeleeuws Latijn interesse 'schadeloosstelling voor de verbreking van een overeenkomst; rente' [13e eeuw], zie interest. De jongere Duitse betekenis 'belangstelling' werd overgenomen van Frans intérêt.
In het Nederlands sloot het woord interesse qua vorm goed aan bij de al oudere woorden interessant en interesseren. Vóór de Duitse ontlening kwam ook in het Nederlands wel de nevenvorm interes(se) van interest 'belang' voor, maar deze was zeer zeldzaam en al in het begin van de 18e eeuw verouderd. Een continuering van interesse 'belang' naar 'belangstelling' zoals die in het Duits plaatsvond, is dan ook voor het Nederlands uitgesloten.
Literatuur: A. Moerdijk (1997), 'De etymologie van interesse', in: A. van Santen & M.J. van der Wal (red.), Taal in tijd en ruimte, Leiden, 85-93


  naar boven