1.   gluten zn. 'eiwitachtige kleefstof in graan'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping
Nnl. lymerig vogt, gluten (over sperma van een vogel) [1772; WNT uitstorting], kleefstof of plantenlijm, gluten [1812; WNT Aanv.], plantenlijm uit maïs ... op dezelfde wijze als men uit tarwenmeel ... gluten maakt [1839; WNT zeïne], kinderen lijdende aan coeliakie, een gevaarlijke ingewandziekte, die geen gluten verdragen [1962; WNT Aanv.].
Internationale wetenschappelijke term, gebaseerd op Latijn glūten 'lijmstof, gom', naast Laatlatijn glūs (genitief glūtis) 'lijm', misschien verwant met klei.


  naar boven