1.   verkondigen ww. 'bekendmaken'
categorie:
geleed woord
Mnl. vercondighen, vercundighen 'meedelen, doen weten, bekendmaken' in Doen vercundeghde de werde lutgaert ... sinen noet 'toen maakte de edele Lutgard de nonnen zijn nood bekend' [1276-1300; VMNW], hi sal den volke van der werelt verkundegen mijn ordeel 'hij zal de bewoners der aarde mijn oordeel bekendmaken' [1291-1300; VMNW]; vnnl. 'bekendmaken, prediken' in dwoort Godts den volcke te vercondighen [1567; WNT]; nnl. verkondigen 'bekendmaken, prediken, afkondigen' in De zonnestelselen verkondigen zijn' lof! [ca. 1800; WNT], het verkondigen der toen nieuwe leer, dat het volk niet om den Vorst, maar de Vorst om den volke bestaat [1861; WNT], ook wel 'aankondigen' in Een vale streep in het oosten (begon) het naderen van den dageraad te verkondigen [1866; WNT].
Afleiding met het voorvoegsel ver- (sub e) van het verouderde bn. kondig, mnl. condich, cundich 'bekend', dat is afgeleid met -ig van het zn. conde 'bericht, bekendmaking' of het bn. kont 'bekend', zie kond. Daarnaast bestonden de synoniemen mnl. verconden 'bekendmaken' [1220-40; VMNW] (rechtstreeks afgeleid van conde 'bericht') en mnl. condighen 'bekendmaken' [1292; VMNW], onl. cundigon [ca. 1100; Will.]. Zie ook -igen.
Fries: ferkundigje


  naar boven