1.   achterhoede zn. 'achterste afdeling van een leger'
categorie:
geleed woord
Mnl. achter hoede [1298; CG I, 2470], ook afterhoede: ende si verwaren (= beschermen) die afterhoede [ca. 1470; MNW]; vnnl. achterhoede [1599; Kil.].
Gevormd uit achter en het zn. hoede 'bewaking, zorg'.
Oorspr. was dit uitsluitend een term uit het krijgswezen, tegenwoordig wordt hij ook overdrachtelijk gebruikt.
Fries: efterhoede


  naar boven