1.   scheet zn. 'buikwind'
categorie:
erfwoord
Mnl. een scete 'een buikwind', een sceet laten [beide begin 14e eeuw; MNW].
Ablautend zn. bij het werkwoord schijten.
Mnd. schete; nhd. Schiss; < pgm. *skita- 'het schijten'.
Fries: skeet (ontleend aan het Nederlands)


  naar boven