1.   hypothese zn. 'veronderstelling'
categorie:
leenwoord
Vnnl. hypothese 'veronderstelde waarde' in multipliceert nv die hypothesen dat syn die valsche rayinghen 'vermenigvuldig nu de veronderstelde waarden' [1568; Kool], maar meestal (tot de 19e eeuw) in de Latijnse vorm hypothesis [1614; WNT voorvallen]; nnl. hypothese 'veronderstelling' [1803; WNT zottigheid].
Ontleend, in de huidige vorm via Frans hypothèse 'id.' [1539; Rey], aan Laatlatijn hypothesis 'id.', ontleend aan Grieks hupóthesis 'veronderstelling', uit ouder 'grondslag', een afleiding van het werkwoord hupotithénai, o.a. 'ten grondslag leggen, veronderstellen', hetzelfde werkwoord als in hypotheek.


  naar boven