1.   omdat vgw. 'aangezien, om reden dat'
categorie:
verkorting
Mnl. ombe dat dat en ombe dat (ook om(me)) 'opdat, omdat' in Ombe dat [hi] moge weten huo ...; so stat hier achter ... gescreuen 'opdat hij zal weten hoe ..., staat hierachter geschreven ...' [1236; VMNW], ombe dat dat si ... sin sculdech tehoude der stade uerde 'omdat ze de vrede in de stad moeten handhaven' [1237; VMNW], ombe dat arnout de smet hadde en wif 'omdat Arnoud de Smid een vrouw had' [1257; VMNW], omdat dat dese dinch vast soude blieuen ... so seghelden wi dese littren 'opdat deze zaak vast zou staan, verzegelden wij deze brief' [1264; VMNW].
Verkorting van mnl. omme dat dat 'om die reden, dat', uit het voorzetsel om (mnl. ombe, omme, om) en het aanwijzend voornaamwoord resp. voegwoord dat.
Mhd. umbe daz 'opdat'.
Mnl. omme dat betekent in eerste instantie 'om dat', dus 'om die reden', zoals in ende omme dat Die felle uiant ... heft geuenset eenen raet 'en daarom heeft de boosaardige duivel een list bedacht' [1265-70; VMNW]. In combinatie met dat en een bijzin kreeg het de betekenis 'omdat' (bijzin in de indicatief) of 'opdat' (bijzin in de conjunctief). Ook explicietere combinaties kwamen voor, zoals omme dat sake dat. Door verkorting ontstond hieruit de voegwoordelijke combinatie om(me) dat 'opdat, omdat'. Alle genoemde constructies komen in beide betekenissen al in de 13e eeuw voor. De eerstgenoemde, bijwoordelijke betekenis raakte in het Middelnederlands verouderd. Met het verdwijnen van de conjunctief uit het algemene taalgebruik raakte ook de betekenis 'opdat' verouderd. De aaneengeschreven vorm omdat komt ook al sinds de 13e eeuw voor, maar werd pas in de Nieuwnederlandse periode de gewone vorm.
Het onderscheid tussen een oorzaakaanduidend doordat en een redengevend omdat is pas rond 1860 kunstmatig opgelegd, zie doordat.
Fries: omdat, om 't


  naar boven