Gezocht op:
trefwoord: ""
en categorie: "bedenker bekend"

151 tot 160 van 174

1 | 11 | 21 | 31 | 41 | 51 | 61 | 71 | 81 | 91 | 101 | 111 | 121 | 131 | 141 | 151 | 161 | 171

< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >

Index:



netel
netjes
netto
netwerk
netwerken
neuken
neurose
neus
neut
neutraal

neutron

nevel
neven
nevens
nicht 1
nicht 2
nicotine
niemand
nier
niet
nieten


151.   neutron zn. 'elektrisch neutraal kerndeeltje'
categorie:
bedenker bekend
Nnl. neutronen (mv.) [1934; Vaderland].
Internationaal wetenschappelijk neologisme, gevormd uit de Latijnse woordstam neutr-, zie neutraal, met dezelfde uitgang -on als in proton en elektron. Het woord is in 1921 in het Engels geïntroduceerd door de Amerikaanse natuurkundige William Draper Harkins (1871-1951); men stelde het neutron toen voor als een samensmelting van een proton en een elektron, een visie die later niet houdbaar bleek. De Britse natuurkundige James Chadwick (1891-1974) toonde in 1932 definitief het bestaan aan van het neutron als elementaire bouwsteen van atoomkernen.
Fries: neutron
152.   nylon zn. 'synthetische vezelstof; kous van deze stof'
categorie:
bedenker bekend
Nnl. nylon 'kunstvezelstof' in dat nylon een heel nieuw ... product was, kunstzijde uit kolen [1939; Vaderland], nylon 'kous van kunstzijde' in nylons te ruilen voor wol [1948; WNT Aanv. nylon II], als bn. 'van nylon gemaakt' in nylon touw [1947; WNT Aanv. nylon III], het nylon blousje [1957; WNT Aanv. nylon III].
Een in 1938 door de firma Dupont (VS) geïntroduceerde soortnaam voor deze door Dupont ontwikkelde stof, die in eerste instantie uitsluitend als nylonkous op de markt werd gebracht. Destijds werd alleen verklaard dat het woord was gemodelleerd naar analogie van de al bestaande vezelstoffen cotton 'katoen' en rayon 'kunstzijde', en dat het eerste deel van het woord geen enkele betekenis had. In een geschiedschrijving over Dupont (Hounshell & Smith, 1988) worden meer details geopenbaard: uitgangspunt zou no-run zijn geweest, letterlijk 'laddervrij', een eigenschap die de nylonkousen echter niet bezaten. Daarom ging een van de directeuren, Ernest Gladding, op de naam variëren, waarbij hij via nuron, nulon en nilon op nylon kwam .
Literatuur: D.A. Hounshell & J.K. Smith Jr. (1988), Science and corporate strategy: Du Pont R&D, 1902-1980, Cambridge
Fries: nylon
153.   omroep zn. 'radio- en televisieorganisatie'
categorie:
bedenker bekend
Nnl. Wij hebben ons tot dusver beholpen met: rondzenddienst. ... Zou "omroep" ons misschien kunnen dienen om het meer algemeene begrip aan te geven? [1922; Corver].
Neologisme, in 1922 geïntroduceerd door de invloedrijke radiopionier Jan Corver (1878-1956) in zijn maandblad voor zendamateurs Radio-Nieuws, als alternatief voor de tot dan toe gebruikelijke, maar volgens Corver ongeschikte samenstelling rondzenddienst. Hij baseerde zijn voorstel op de naam van het historische beroep van omroeper 'bekendmaker van gemeentelijke berichten' [1612; WNT vaatsch], afleiding van omroepen < mnl. ommeroepen 'openbaar bekendmaken' [1400-88; MNW], gevormd uit om en roepen in de Middelnederlandse betekenis 'verkondigen, bekendmaken'.
Het zn. omroep bestond eerder al in de betekenis 'het omroepen; openbare bekendmaking', zoals in mnl. Daer is een ommeroep ghedaen [1481; MNW].
Literatuur: J. Corver (1922), 'De omroeper', in: Radio-Nieuws; orgaan van de Nederlandse vereeniging voor radio-telegrafie 7 (1 juli), 197-201
Fries: omrop < nnl.
154.   omtrek zn. 'lijn waardoor een vlak ingesloten wordt; omgeving'
categorie:
leenvertaling, bedenker bekend
Vnnl. omtreck "Circumferentia" [1586; Stevin], overdrachtelijk in zoo schoon van ommetrek en leest 'zo fraai van lijn en van gestalte' [1671; WNT]; nnl. ook 'nabije omgeving' in Wij hebben in onzen omtrek zes jonge uilskuikens [1796; WNT].
Gevormd uit om en de stam van trekken en geïntroduceerd, wrsch. door de wiskundige Simon Stevin (1548-1620), als leenvertaling van Latijn circumferentia, afleiding van circumferre, dat is gevormd uit circum 'om, rondom' en ferre 'dragen'.
Stevin zal hierbij geïnspireerd zijn geweest door het werkwoord om(me)trekken 'in de rondte trekken', dat al ouder is, bijv. in mnl. ommetrecken 'in de rondte trekken' in Dat snelle firmament ... trecse ... elkes daghes eenwerf omme 'het snelle firmament trekt ze (de planeten) elke dag eenmaal met zich mee in de rondte' [1400-29; MNW-R].
Literatuur: S. Stevin (1586), De Beghinselen der Weeghconst, Leiden, 7
Fries: omtrek
155.   ontheemd bn. 'uit zijn vertrouwde omgeving'
categorie:
geleed woord, bedenker bekend
Nnl. De Baltische meisjes behoren tot de "displaced persons", de ontheemden zoals dat met een nieuw woord heet [1944; WNT Aanv. ontheemde], kampen voor de displaced persons, de ontheemden, de verplaatste personen, die nergens meer thuis zijn [1950; WNT Aanv. ontheemde], ontheemd 'buiten zijn vertrouwde omgeving' in het kind zoals het ontheemd leeft in het kinderhuis [1955; WNT Aanv.].
Afleiding met het voorvoegsel ont- van het zn. heem 'woonplaats', een neologisme dat als zelfstandig naamwoord (ontheemde) in 1944 geïntroduceerd werd door de Nederlandse Consul-Generaal in Italië, D.G.E. Middelburg, als vertaling voor Engels displaced person. Middelburg was werkzaam voor de door de geallieerden ingestelde commissie voor oorlogsvluchtelingenproblematiek, de Displaced Persons Subcommission (WNT).
Na de succesvolle introductie van het woord kreeg het al snel een bredere toepassing dan alleen met betrekking tot oorlogsvluchtelingen.
Fries: -
156.   ozon zn. 'verschijningsvorm van zuurstof (O3)'
categorie:
leenwoord, bedenker bekend
Nnl. ozon 'blauw gas met een prikkelende geur, 3-atomige vorm van zuurstof' [1855; Kramers].
Ontleend aan Duits ozon [1839; Pfeifer], een neologisme dat geïntroduceerd is door de Duits-Zwitserse scheikundige Christian Friedrich Schönbein (1799-1868), die dit gas in 1839 ontdekte. Het woord is gevormd uit de stam van het Griekse werkwoord ózein 'geuren, ruiken' met het achtervoegsel -on dat vaak gebruikt wordt in namen van chemische stoffen, zie aceton. Het gas dankt zijn naam aan de prikkelende geur.
Fries: oazon
157.   panorama zn. 'weids vergezicht'
categorie:
leenwoord, bedenker bekend
Nnl. panorama 'cilindervormig schilderstuk' in Panorama ... het nieuw schilderkunstig voortbrengsel ... dat men rondom zich de ware natuur meent te zien [1798; WNT], overdrachtelijk 'totaal overzicht' in de boektitel Panorama der Nederduitsche Taal: vertoonende in één oogopslag het geheele samenstel van dezelve ... [1805; Picarta], 'gebouw waarin een panorama-schildering te zien is' in het panorama van Amsterdam [1806; WNT], 'weids vergezicht' in 't panorama, dat zich uitrolt langs mijn voeten [1856; WNT uitrollen].
Ontleend aan Engels panorama 'cilindervormig schilderstuk', dat rond 1789 gevormd is door de Schotse schilder Robert Barker, uit Grieks pan- 'al, geheel', zie pan-, en hórāma 'schouwspel, wat zich aan het oog voordoet', een afleiding van horãn 'zien, kijken', verwant met waar- in waarnemen, en zie ook gewaarworden.
Robert Barker bedacht het woord voor zijn verschuivende schilderingen aan de binnenzijde van een cilindervormige wand, die de illusie wekten dat men zich werkelijk in de straten van Edinburgh bevond, doordat men aan alle zijden om zich heen kon kijken; hij had in 1787 patent gekregen op deze vinding. Het genre werd een tijd lang zeer populair; in Nederland is de bekendste schildering van deze soort te vinden in het Panorama Mesdag in Scheveningen. Bij uitbreiding ging het woord 'onafgebroken, weids vergezicht' betekenen, ook buiten de concrete toepassing van een geschilderd panorama.
Fries: panorama
158.   paraffine zn. 'wasachtige stof'
categorie:
leenwoord, bedenker bekend
Nnl. paraffine 'vettige stof gedestilleerd uit hout, kolen, petroleum enz.' in 1 centenaar Iersche turf geeft ... 10 lood paraffine '100 kilo Ierse turf levert 100 gram paraffine op' [1851; WNT turf I], ook nog wel in de Duitse spelling paraffin in vettigheid ... door het daarin aanwezige paraffin [1854; WNT turf I], leder ... met paraffine lucht- en waterdigt te maken [1864; WNT waterdicht], ook in samenstellingen als paraffinekaarsen [1881; WNT].
Ontleend aan Duits Paraffin, een in 1830 door de Duitse chemicus Karl von Reichenbach (1788-1869) geïntroduceerde term op basis van Latijn parum 'niet veel, te weinig' en affīnis 'verwant met, grenzend aan', wegens het feit dat paraffine vrijwel niet met andere stoffen reageert. Latijn parum is een vorm van parvus 'weinig, klein, zwak', verwant met veulen. Latijn affīnis is gevormd uit ad- 'naar, tot' en fīnis 'grens', zie finale.
Fries: paraffine
159.   penicilline zn. 'antibioticum'
categorie:
bedenker bekend
Nnl. penicilline 'antibioticum' in In elk van deze buisjes wordt een dosis penicilline gemaakt [1943; Wervelwind].
Internationaal wetenschappelijk neologisme, als Engels penicillin [1929; OED] geïntroduceerd door de Britse arts en bioloog Alexander Fleming (1881-1955) en gevormd op basis van Neolatijn penicillium 'penseelschimmel', de naam van het schimmelgeslacht dat de grondstof voor penicilline afscheidt. Dit Latijnse woord is afgeleid van klassiek Latijn pēnicillus 'penseel', zie penseel, omdat de sporen lijken op penseeltjes.
Door het langs chemische weg hechten van bepaalde groepen aan het penicillinemolecuul is een hele familie van penicillines gevormd. Sommige hebben namen samengesteld met penicilline, andere met alleen -cilline, bijv. ampicilline (met am- voor 'amino-').
Literatuur: Wervelwind: z.a. (1943), 'De nieuwste resultaten der Britische wetenschap', in: De wervelwind; maandblad voor vrijheid, waarheid en recht 17, 38-39
Fries: penisilline
160.   petunia zn. 'sierplant met trechtervormige bloemen, plantengeslacht (Petunia)'
categorie:
leenwoord, bedenker bekend
Nnl. petunia 'plantengeslacht uit de nachtschadefamilie' [1870; WNT].
Plantnaam, die door de Franse botanicus Antoine Laurent de Jussieu (1748-1836) in 1789 is gegeven aan het van oorsprong Zuid-Amerikaanse plantengeslacht. Omdat de petunia nauw verwant is met de tabaksplant, vormde hij de naam op basis van Frans pétun 'tabak' [1557; Friederici] (thans dial.), dat ontleend is aan Tupí petyma, petyn, Guaraní petỹ 'tabak'; Tupí-Guaraní is een Indiaanse taalgroep in Zuid-Amerika. De ontlening heeft volgens TLF wrsch. niet plaatsgevonden via Portugees petum 'tabak'.
Fries: petunia

< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >
  naar boven