Gezocht op:
trefwoord: ""
en categorie: "bedenker bekend"

1 tot 10 van 174

1 | 11 | 21 | 31 | 41 | 51 | 61 | 71 | 81 | 91 | 101 | 111 | 121 | 131 | 141 | 151 | 161 | 171

Volgende 10 lemmata

Index:



a
a-
aagje

aaibaarheidsfactor

aaien
aak 1
aak 2
aal 1
aal 2
aal 3
aal 4
aalbes
aalmoes
aalmoezenier
aalscholver
aalt
aaltje
aam
aambeeld
aambei
aamborstig


1.   aaibaarheidsfactor
categorie:
geleed woord, bedenker bekend
Zie: aaien
2.   accordeon zn. 'trekharmonica'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. accordeon "de naam van een nieuw speeltuig met toetsen en blaasbalg" [1847; Kramers].
Via Frans accordéon [1833] ontleend aan Duits Akkordion, tegenwoordig onder Franse invloed weer Akkordeon, zo genoemd omdat de bassen in akkoorden zijn geordend.
Het instrument werd in 1822 uitgevonden door Christian Friedrich Ludwig Buschmann (1805-1864) in Berlijn, die ook de mondharmonica (zie harmonica) heeft uitgevonden in 1821. Hij noemde het instrument handaeoline. De naam Accordion werd in 1829 bedacht door Cyrillus Demian (1772-1847) uit Wenen en wel uit akkoord naar het voorbeeld van Orchestrion 'muziekinstrument dat de geluiden van blaasinstrumenten nabootst'. De vorm met -e- is mogelijk ontstaan onder invloed van Frans orphéon 'zanggezelschap'.
Fries: akkordeon
3.   acetyleen zn. 'gasvormige onverzadigde koolwaterstof'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. acetyleen [1907; Koenen].
Ontleend aan Frans acétylène [1862], gevormd van acétyl, van Latijn acetum 'zuur, azijn' (zie azijn), met de chemische achtervoegsele -yl(e) (< Grieks hūlē 'brandhout, bos, materiaal, materie, stof') en -ène 'derivaat'.
De naam is bedacht in 1836 door de uitvinder, de Franse chemicus M.P.E. Berthelot, en gevormd op basis van het woord acetyl, bedacht door de Duitse chemicus J. von Liebig, schrijver van het 9-delige Handwörterbuch der Chemie (1837-1864).
4.   adrenaline zn. 'hormoon uit de bijnierschors'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. adrenaline [1910; Bauwens].
Internationaal neologisme, gevormd uit ad- 'tot, bij', Latijn rēnēs 'nieren' en het chemisch achtervoegsel -in(e) < Latijn -īna, -īnus 'behorend tot, van de aard van'.
Het hormoon werd voor het eerst geïsoleerd in 1901 door de Japanse biochemicus Jokichi Takamine, die het onder de naam adrenaline liet patenteren. In de meeste talen, waaronder het Nederlands, is dit ook de algemene aanduiding voor de stof geworden. In de Verenigde Staten en Japan, althans in de medische taal, werd echter vanwege de patentregelgeving van begin af aan de naam epinephrine gebruikelijker. Deze naam werd al in 1897 voorgesteld door de Amerikaan John Abel op basis van de Griekse elementen epí 'op' en nephrós 'nier'.
Fries: adrenaline
5.   aerobics zn. mv. 'conditietraining op het ritme van muziek'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. aerobics [1984; Reinsma].
Ontleend aan Engels aerobics [1969], gevormd naar het bn. aerobic 'van zuurstof afhangend' < Frans aérobe 'id.', door Louis Pasteur (1822-1895) als wetenschappelijke term gevormd uit Grieks āero- 'lucht-' en bíos 'leven'. De meervoudvorming in het Engels is analoog aan die in athletics 'gymnastiek, atletiek' en gymnastics 'turnen, gymnastiek'.
Verklaringen voor de naam zijn o.a.: de inspanning bij de gymnastiek wordt zodanig gedoseerd dat de zuurstofbehoefte steeds door de ademhaling wordt gedekt, zodat langdurige inspanning mogelijk is; de weefsels worden goed van zuurstof voorzien; goede ademhaling wordt bevorderd.
6.   allergie zn. 'overgevoeligheid voor bepaalde stoffen'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. allergie "gewijzigde terugwerking ... wijziging van 't lichaam door een virus" [1910; Bauwens].
Ontleend aan Duits Allergie, een in 1906 door de Oostenrijkse arts Clemens von Pirquet (1874-1929) gevormd geleerd neologisme naar het voorbeeld van energie. Het woord is opgebouwd op grond van Grieks állos 'anders, vreemd' (zie allochtoon) en érgon 'werk' (zie het verwante werk), dus oorspr. 'inwerking van buiten'.
allergisch bn. 'betreffende allergie'. Nnl. allergisch [1935; WNT]. Ontleend aan Duits allergisch, ook een term van Von Pirquet.
Fries: allergy
7.   allergisch
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Zie: allergie
8.   aluminium zn. 'scheikundig element (Al), een metaal'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. aluminium, ook alumium of aluminum genaamd [1835; WNT].
Neologisme, gebaseerd op de genitief alūminis van Latijn alumen (zie aluin, waarvan aluminium een belangrijk bestanddeel is) en in 1808 voor het eerst gebruikt door de Britse scheikundige Sir Humphry Davy (1778-1829), die dit element voor het eerst identificeerde: I should have proposed for them the names silicium, aluminium, zirconium and glucium (Phil. Transactions XCVIII, 353).
In 1812 veranderde Davy de naam in aluminum, wat in de Verenigde Staten nog steeds de gebruikelijke vorm is. Internationaal en in het Brits-Engels kreeg uiteindelijk aluminium de voorkeur, omdat het beter bij het Latijnse woordbeeld paste, zoals in magnesium.
Fries: aluminium
9.   amaryllis zn. 'sierplant van het geslacht Hippeastrum (vroeger Amaryllis)'
categorie:
leenwoord, eponiem, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. amaryllis "Lelie-narcis" [1780, bij Houttuyn; WNT].
In 1735 door Linnaeus zo genoemd naar Amarullís, een herderin in de 3e Idylle van de Griekse dichter Theocritus van Syracuse (ca. 300-250 voor Chr.). Deze naam is afgeleid van Grieks amarússein 'stralen, flonkeren'.
Fries: amaryllis
10.   anode zn. 'positieve elektrode'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. anode 'id.' [1855; Fock].
Uit Engels anode 'id.', een door de Engelse natuurkundige Michael Faraday (1791-1867) in 1834 geïntroduceerd neologisme op basis van Grieks ánodos 'heenweg', dat gevormd is uit ana- 'omhoog' (zie anachronisme) en het zn. hodós 'weg'. Zie ook kathode, elektrode en diode.

Volgende 10 lemmata
  naar boven