1.   windei zn. 'ei zonder kalkschaal'
Vnnl. windey 'onbevrucht ei' in onvruchtbaer eyers ... En alzulcke eyers ... Heeten windeyers [1548; iWNT]; 'ei zonder kalkschaal' [1678; WNT].
Leenvertaling van middeleeuws Latijn ova venti (mv.) 'onvruchtbaar ei', letterlijk 'ei van de wind', een variant van klassiek Latijn ova zephyria (bij Plinius, 1e eeuw na Chr.), genoemd naar Zephyrus, de god van de westenwind, en van het iets oudere ova hypenemia (bij de Romeinse wetenschapper Varro, 116-27 v. Chr.). Van deze laatste term is het tweede lid rechtstreeks ontleend aan Grieks (ōià) hupēnémia (bij Aristoteles), letterlijk 'eieren onder (invloed van) de wind', uit hupo- 'onder', zie hypo-, en ánemos 'wind', zie animo. In de Oudheid geloofde men dat windeieren door de wind waren bevrucht.
De term ova subventanea, die in dit kader veelal wordt genoemd, is wrsch. pas in Neolatijnse teksten geïntroduceerd.
Alleen eieren zonder kalkschaal, meestal veroorzaakt door een calciumtekort in de voeding van de vogel, worden tegenwoordig windeieren genoemd. Omdat zulke eieren, net als onbevruchte eieren, voor de verkoop waardeloos zijn, kreeg windei de overdrachtelijke betekenis 'iets waardeloos, iets onnuttigs' [1635; iWNT], in het bijzonder in de uitdrukking (iemand) geen windeieren leggen 'veel (financieel) voordeel opleveren', zoals in nnl. dat legt hem geen windeyeren [1666; iWNT].
Fries: wynaai


  naar boven