1.   fluks bw. 'spoedig, weldra'
categorie:
geleed woord, leenvertaling
Mnl. vloechs 'spoedig, vlug' [1315-35; MNW-R], vluchs 'id.' [1430-50; MNW-P]; vnnl. doet haer floecx wech wijcken 'laat hen snel terugdeinzen' [1561; WNT], flux [1562; Kil. desultor], wy toghen fluckx te werck [1598; WNT].
Oorspronkelijk de genitief van mnl. vloghe 'het vliegen, vlucht', zie vleugje, dus met de betekenis 'in de vlucht, vliegensvlug'. De Middelnederlandse vormen hebben deels de -g- bewaard (vloechs, vloochs, vluchs), deels is deze geassimileerd aan de -s (vloes, vlues, vlus) zoals gebruikelijk bij de combinatie -chs-, zie bijv. vos naast Duits Fuchs. Kiliaan (1599) onderscheidt die twee vormen: met velaar in de betekenis 'snel' (Kil. vlughs, flughs) en zonder velaar in de betekenis 'spoedig, weldra, meteen' (Kil. vloes, vleus, vlus); maar uit de vele vindplaatsen in het WNT blijkt niet dat dat betekenisverschil in het taalgebruik algemeen werd gevoeld. In de moderne standaardtaal heeft alleen de eerste vorm het overleefd, wrsch. onder invloed van Duits flugs. Kiliaan (1599) noemt flughs (in contrast met vlughs) nog expliciet "germ.". Ook de -ks aan het eind van het woord, die vanaf het begin van de Vroegnieuwnederlandse periode overheerst, zal afkomstig zijn uit het Duits. Varianten zonder velaar bestaan alleen nog dialectisch, bijv. Brabants, Oost-Vlaams flus, fleus (Weijnen 2003).
Mnd. vluks, vluk 'haastig, snel, ijverig'.
In het Middelnederlands bestond verder nog een woord vluchts met dezelfde betekenis. Het is niet duidelijk of dit de genitief van vlucht 2 is (dat dan met het hier behandelde woord is samengevallen) of dat dit juist een door vlucht beïnvloede volksetymologische vervorming van vluchs is.
Vermeldenswaardig is nog het volgende woordenboekcitaat uit de beginperiode van de burgerluchtvaart: fluks "(voorgesteld als kernachtig woord voor) vliegmachine" [1914; van Dale].
Literatuur: Hoptman 2000; Schönfeld par. 50 (opm. 1), 81
Fries: -


  naar boven