1.   welzijn zn. 'welvaren'
Vnnl. welzyn 'welvaren' [1576; iWNT].
Gevormd uit wel 1 en het zelfstandig gebruikte werkwoord zijn 1.
Op vergelijkbare wijze zijn gevormd: ndd. wulsyn; nfri. wolwêzen; ne. well-being.
Fries: wôlwezen


  naar boven