1.   gecommitteerde zn. 'gevolmachtigde', (NN) 'toeziener bij examens'
categorie:
geleed woord
Mnl. gecommitteerde 'afgevaardigde, vertegenwoordiger' [1449; MNHWS], dat zy u als gecommitteerde hier toe ontfangen willen 'dat zij u als vertegenwoordiger, gevolmachtigde, hiervoor ontvangen willen' [1477; MNW tegenseggen]; nnl. gecommiteerde 'toeziener bij solliciatie voor openbaar ambt' [1897; Groene Amsterdammer], het eindexamen aan het Gymnasium alhier zal, worden afgenomen ten overstaan van de hoogleeraren X., Y. en Z. als gecommitteerden 'als gemachtigd toezieners' [1908; WNT].
Zelfstandig gebruik van het verl.deelw. van committeren 'afvaardigen, volmacht verlenen', bijv. in: van onzen ghedeputeirden, die wy daertoe ... committeren zullen 'van onze gedeputeerde die wij daartoe zullen afvaardigen, volmacht verlenen' [1432-68; MNW sliten], by eenen neutre persoon, diemen ... daertoe commiteren zal 'door een neutraal persoon die men daartoe zal machtigen, vergunning zal verlenen' [na 1564; MNW neutre]; het werkwoord committeren is ontleend (wrsch. niet via Frans commettre), aan Latijn committere 'toevertrouwen', gevormd uit com- 'samen' en mittere 'zenden', zie missie, en zie ook commissaris.
De algemene betekenis 'vertegenwoordiger, gevolmachtige (vooral van de overheid)' verschijnt in de benaming van talloze openbare functies tot kort na 1900. Daarna beperkt de betekenis zich tot (NN) 'toeziener bij officiƫle examens'.


  naar boven