1.   bavarois(e) zn. 'nagerecht, ijsgerecht'
categorie:
leenwoord, geoniem
Nnl. bavaroise 'thee met siroop' [1824; Weiland], bavaroise "siroopthee, een beijersche drank" [1847; Kramers], bavaroise 'soort roomijs met vruchten' [1886; Kramers], bavaroise 'schuimige pudding' [1910; WNT Aanv.], bavarois 'koude schuimige pudding' [1948; WNT Aanv.], 'roomijs met vruchten, roompudding' [1982; Dale Hwb], bavarois, bavaroise 'nagerecht met gelatine' [1992; Dale], met daarbij de vermelding een verouderde betekenis 'thee met siroop'.
Er lopen twee ontleningen door elkaar: in de betekenis 'thee met (eierdooier, likeur) en siroop' uit Frans bavaroise 'id.' [1743]; in de betekenis 'soort pudding' uit Frans bavarois [1867; Rey], een verkorting uit fromage bavarois 'Beiers kwarkgerecht' [1815; Rey]. Beide gaan uiteindelijk terug op het bn. bavarois(e) 'Beiers', bn. bij Bavaria 'Beieren'.
De thee met siroop zou rond 1660 in de mode zijn gebracht door Beierse prinsen van het geslacht Wittelsbach die in Parijs woonden en dit drankje nuttigden in café Procope. De pudding is misschien bedacht door een Franse kok die voor een vooraanstaande Beierse familie werkte.
Literatuur: Sanders 1995


  naar boven