1.   amalgaam zn. 'kwiklegering'
categorie:
leenwoord
Vnnl. amalgamatio "doorbijting met quikzilver" [1663; Meijer], amalgama "vermengsel van eenigh metaal met quikzilver" [1669; WNT].
Ontleend aan middeleeuws Latijn amalgama, een woord dat werd gebruikt in alchemistische kringen. Dit is wrsch. via een Arabische vorm al-malḡam 'de weekmakende zalf', met het lidwoord al- afgeleid van Grieks málagma 'verwekend middel' bij malássein 'week maken'.
Literatuur: Philippa 1991


  naar boven