1.   delen ww. 'in delen scheiden'
categorie:
geleed woord
Onl. deilon 'verdelen' [10e eeuw; W.Ps.]; mnl. deilen, deelen 'delen' [1240; Bern.].
Afleiding bij het zn. deel 1.
Os. dēlian '(ver)delen'; ohd. teilen 'id.' (nhd. teilen); oe. dǣlan (ne. deal 'uitdelen'), ofri. dēla; on. deila; got. dailjan; < pgm. *dailjan- '(ver)delen'.
Fries: diele


  naar boven