1.   meteorologie zn. 'weerkunde'
categorie:
leenwoord
Vnnl. meteorologia 'verhevingkunde' [1658; Meijer]; nnl. meteorologie 'leer van de veranderingen die zich in de dampkring voordoen' [1824; Weiland], 'wetenschap der luchtverschijnselen of weersveranderingen, weerkunde' [1847; Kramers].
Ontleend, al dan niet via Frans météorologie, aan modern Latijn meteorologia, dat teruggaat op Grieks meteōrologiā 'verhandeling over, leer van verschijnselen aan de hemel en in de lucht', gevormd uit metéōron 'verschijnsel aan de hemel', zie meteoor, en -logíā 'studie, onderzoek; expressie', zie -logie.
Fries: meteorology


  naar boven