1.   doorgronden ww. 'doordringen tot de grond van, doorzien, begrijpen'
categorie:
leenvertaling, geleed woord
Mnl. dorgronden 'begrijpen' [1265-70; CG II, Lut.K], vnnl. duergronden 'begrijpen' [16e eeuw; WNT].
Gevormd uit door- en het zn. grond in de betekenis 'diepte van een zaak', zoals ook blijkt uit de uitdrukking te gronde gaen 'doordringen tot het diepst van de zaak' [15e eeuw; MNW]. Wrsch. een leenvertaling van Frans approfondir 'diepgaande bestuderen' [13e eeuw], dat teruggaat op Latijn profundus 'diep'.
Fries: trochgrûnje


  naar boven