1.   navigatie zn. 'stuurmanskunst'
categorie:
leenwoord
Vnnl. navigatie 'scheepvaart' [1549; WNT]; nnl. 'stuurmanskunst' [1847; Kramers].
Ontleend aan Frans navigation 'scheepvaart; stuurmanskunst' [1538; TLF], eerder 'zeereis' [1284; TLF], dat ontleend is aan Latijn nāvigātiō 'zeereis; scheepvaart', afleiding van nāvigāre 'varen', een samenstelling van nāvis 'schip' en agere 'handelen, doen, in beweging zetten', zie ageren.
Tot en met de 18e eeuw betekende het woord uitsluitend 'scheepvaart, het scheepvaartwezen'. In de 19e eeuw verouderde deze betekenis en ontstond de huidige betekenis 'stuurmanskunst', door hernieuwde ontlening aan het Frans of door betekenisontlening van Engels navigate. Aanvankelijk alleen m.b.t. het besturen van schepen, maar bij uitbreiding en mede onder invloed van dezelfde ontwikkeling in het Frans en Engels, ook m.b.t. het besturen van andere vervoermiddelen voor de lange afstand, zoals vliegtuigen en recentelijk ook auto's.
Fries: navigaasje


  naar boven