1.   ruiker zn. 'bloemenboeket'
categorie:
geleed woord
Mnl. ruker 'een geur verspreidend voorwerp' in gulde rukerkijns 'gouden reukballetjes' [1400-50; MNW]; vnnl. Riecker, oft rieckappel 'id.' [1573; Thes.], 'boeket' in Die ... bloemen ... tot eenen ruycker schickt [1637; iWNT], (planten) uyt de welke men Kranssen, Kroontjes, Ruykertjes bindt voor reuk-werk [1666; iWNT].
Afleiding van ruiken 'een geur verspreiden' met het achtervoegsel -er, zie -aar.
Fries: rûker


  naar boven