1.   snip zn. 'vogel van het geslacht Gallinago, Scolopax of Limnodromus'
categorie:
waarschijnlijk substraatwoord, geleed woord
Mnl. snippe, sneppe 'snip' in .xi. s ghelts ende ses snippen '11 schelling aan geld en 6 snippen' [1280-87; VMNW], vlesch vander sneppen es ghesont 'snippenvlees is gezond' [1287; VMNW]; vnnl. sneppe oft snippe [1573; Thes.], sneppe, snephoen [1599; Kil.].
De snip is genoemd naar zijn karakteristieke lange spitse snavel. Het woord hoort bij de groep woorden met sn- voor '(dieren met een) spits vooruitstekende kop of bek', waarvoor zie snavel.
Os. sneppa (mnd. snippe, sneppe, snippel); ohd. snepfo (nhd. Schnepfe); nfri. snip. Daarnaast met lange klinker: oe. snīpe (ne. snipe); on. snípa (nno. snipa). Al deze woorden verwijzen naar een of meer van de hieronder genoemde snipsoorten.
De bekendste vogel met deze naam heet voluit watersnip (wetenschappelijke naam Gallinago gallinago). Zeldzamer is de grotere poelsnip (Gallinago media), die vooral voorkomt als doortrekker. Beide zijn genoemd naar hun favoriete leefgebied, namelijk vochtige weilanden, veengronden en moerassen. Daarnaast kent men de houtsnip (Scolopax rusticola), genoemd naar zijn leefgebied (mnl. hout 'bos'), en de niet-inheemse grote grijze snip (Limnodromus scolopaceus), genoemd naar de kleur van zijn verenkleed.
snipverkouden bn. 'zeer verkouden'. Nnl. zoo verkouden als eene poelsnip [1861; Harrebomée], verkouwen als een snip [1909; Veenenbos], snip-verkouden [1917; Leeuwarder Courant]. Deze uitdrukking is volgens Veenenbos (1909) gevormd naar analogie van de oudere uitdrukkingen kijken als een (poel)snip 'beteuterd kijken' en dronken als een (poel)snip 'zeer dronken', naar de wilde zigzagmanier van vliegen van de poelsnip bij verstoring; oude attestaties zijn: vnnl. hy keeck als een Poelsnip ('watersnip') [1615; iWNT wezen II] en nnl. als een bezopen snip [1858; iWNT snip II]. Verwijzing naar de met modder besmeurde snavel van de watersnip of poelsnip tijdens het fourageren (Blok/Ter Stege) is ook mogelijk. Of de roep van de poel- danwel van de watersnip iets met deze uitdrukkingen te maken heeft, is twijfelachtig.
Literatuur: K. Veenenbos (1909), 'Iets over vergelijkingen in de taal', in: De nieuwe taalgids 3, 1-13, hier 10-11
Fries: snipsnipverkâlden


  naar boven