1.   voltooien ww. 'tot een einde brengen; volledig maken'
Vnnl. voltoyen in om haer ongheluck te voltoyen 'om hun ongelukkige toestand compleet te maken' [1561; iWNT], binnen den t'neghentich daghen ... voltoyt ende volbracht 'binnen negentig dagen tot een einde gebracht' [1638; iWNT].
Gevormd uit vol in de betekenis 'tot het einde' en tooien in de oorspr. betekenis 'maken'.
Fries: foltôgje


  naar boven