trefwoord: "harddrug"
1 tot 1 van 1
Index:
hansop
hansworst
hanteren
hanze
hap
haperen
happen
happig
hard
hardboard
harddrug
harder
hardhandig
hardnekkig
hardrock
hardvochtig
hardware
harem
haring
hark
harken
1.  |
 harddrug zn. 'drug met sterke en verslavende werking' categorie: leenwoord Nnl. hard-drugs (mv.) 'sterk verslavende drugs' [1970; Broersma], hard drugs, harddrugs (mv.) [1973; Reinsma 1975], hard-drug [1975; id.]. Ontleend aan Amerikaans-Engels hard drugs 'id.' [1967; OED], dat gevormd is naar analogie van de oudere verbinding hard stuff 'sterke drank' [1861; OED], later ook 'harddrugs' [1955; OED], uit hard, zie hard, in de Amerikaanse betekenis '(sterk) alcoholhoudend' [1789; OED], en drugs 'verdovende of stimulerende middelen', zie drugs. ◆ softdrug zn. 'drug met weinig of geen verslavende werking'. Nnl. soft-drugs (mv.) 'id.' [1970; Broersma], soft drugs (mv.) [1973; Reinsma 1975], soft-drug [1975; id.]. Ontleend aan Amerikaans-Engels soft drugs 'id.' [1959; OED], gevormd naar analogie van hard drugs, met soft (verwant met zacht) als antoniem van hard. |