1.   hannesen ww. 'klungelen, knoeien'
categorie:
geleed woord
Nnl. hannesen 'nutteloze bezigheden uitvoeren, beuzelen' [1858; WNT], gehannes 'geklungel, gezeur' [1899; WNT]; in het hedendaags taalgebruik beperkt tot de betekenis 'geklungel' m.b.t. handelingen, niet meer in de betekenis 'gezeur' m.b.t. het gesprokene.
Afleiding van Hannes 'sul' [ca. 1620; WNT], overdrachtelijk gebruik van de algemene jongensnaam Hannes, verkorting van Johannes.


  naar boven