1.   evenaar zn. 'equator'
categorie:
geleed woord
Mnl. evenaer 'balans' [1414; MNHWS], naast effenare 'scheidsrechter' [1286; MNW]. De huidige betekenis 'equator' is pas Vroegnieuwnederlands, in: de verheffing des Evenaers ende Aspunts [1585; Claes 1994b].
Afleiding van mnl. effenen, evenen 'gelijk maken, in evenwicht brengen' (zie effen, even 1), met het achtervoegsel -aar.
In de huidige betekenis is het een leenvertaling van Latijn aequator (zie equator), nomen agentis bij aequāre 'effenen'. Bovengenoemde oudste vindplaats uit 1585 is van Simon Stevin, die bekend staat om zijn Nederlandse neologismen.


  naar boven