81.   demi zn. 'dunne overjas'
categorie:
leenwoord, verkorting
Nnl. demi-saison 'overjas' [1898; Dale], demi 'jas' [1906; WNT windvang].
Verkorting van demi-saison 'id.' < Frans demi-saison 'voor- of najaar'. Het eerste lid, demi 'half' komt van vulgair Latijn *demidius 'half' < klassiek Latijn dimidius 'half', gevormd uit Latijn dis- 'naar verschillende kanten', en medius 'midden' (zie media, midden), dus letterlijk 'doormidden'. Het tweede lid is saison 'jaargetijde', zie seizoen.
Het Frans gebruikt gewoonlijk de combinatie vêtement de demi-saison 'kleding voor in het voor- of najaar', soms gereduceerd tot un demi-saison. Ook in het Engels bestaat de demi-season [1890; OED], eerder demi-saison [1769; OED]. Rond 1900 werden in het Nederlands demi en demi-saison naast elkaar gebruikt, in de loop van de tijd is saison er afgesleten en is demi overgebleven in de betekenis 'een overjas die zowel in het voorjaar als in het najaar gedragen wordt'.
Fries: -
82.   demo
categorie:
verkorting
Zie: demonstratie
83.   detective zn. 'speurder; misdaadroman'
categorie:
leenwoord, verkorting
Nnl. detective 'speurder' [1899; Woordenschat], detectifs (mv.) (met spelling aan uitspraak aangepast) 'speurdersromans' [1948; WNT Aanv.], detective 'misdaadroman' [1952; Koenen].
Ontleend aan Engels detective 'geheime politiespeurder', een verkorting van detective policeman, letterlijk 'onderzoekend politieman', bij het werkwoord detect 'onderzoeken, ontdekken', zie detecteren. De betekenis detective 'misdaadroman' is in het Nederlands ontstaan als verkorting van detectiveroman [1914; WNT Aanv.].
Detective was de naam van leden van een politie-eenheid die in Engeland werd gevormd om zich met speciale onderzoeken bezig te houden. Later ging het woord algemeen 'speurder' en ook 'privé-speurder' betekenen. Het woord werd internationaal verbreid door de Engelse detective stories 'speurdersverhalen', Nederlands detective-romannetjes [1910; WNT Supp. avontuurlijk], detectiveroman, detectiveverhaal [1936; WNT Aanv.]. De klemtoon werd in het Nederlands in de begintijd meestal op de voorlaatste lettergreep gelegd, en nog in 1966 (Koenen) aldus voorgeschreven; in beide betekenissen is deze klemtoon nog wel gebruikelijk.
84.   deun 1 zn. 'melodietje'
categorie:
verkorting, klankwoord
Mnl. in Hi sprac in truerliken done '... op treurige toon' [1411-12; MNW], done 'hellynghe; geluyt' [1477 Teuth.]; nnl. done, deune 'klank, toon, maat' [1599; Kil.], deuntgen 'liedje, wijsje' [1613; WNT]. Al eerder geattesteerd is het werkwoord mnl. donen 'dreunen, hard klinken' (doende /dōnde/ (pret.) [1260-1280; CG II, Wr.Rag]); vnnl. deunen 'weerklinken' [17e eeuw; WNT].
Deun is wrsch. een afleiding van het oudere werkwoord deunen. Minder wrsch. is ontlening aan het mhd. of mnd. Nog in het Nieuwnederlands heeft deun veel meer betekenissen dan alleen 'melodie'.
Mnd. döne 'klank, deun'; ohd. tuni 'zucht' (mhd. dōn(e), mv. döne); oe. dyne 'geraas' (ne. din 'lawaai'); on. dynr 'geraas' (nzw. dön, dån 'lawaai'); < pgm. *duni- 'geraas, gedreun'. Daarnaast de werkwoorden: os. dunian 'beven, dreunen'; mhd. dünen, tunen; oe. dynian 'dreunen'; on. dynja 'daveren'; < pgm. *dunjan- 'dreunen'.
Buiten het Germaans kan dit woord alleen verbonden worden met Sanskrit dhúni- 'ruisend, bulderend' en Sanskrit dhvaní- 'geluid, donder' bij de wortel pie. *dhven- 'gebulder' (IEW 277). Mogelijk is hier sprake van een klanknabootsend woord.
Fries: deun
85.   deun 2 bn. 'gierig, armoedig'
categorie:
verkorting
Mnl. done, doon, deune 'stevig' [1460; MNW]; vnnl. heeft ... de naem van deun te sijn geboren 'heeft de naam gierig geboren te zijn' [1625; WNT], als het deun met ... gestelt was 'als het er bij ... schamel, karig voorstond' [ca. 1635; WNT].
Mogelijk een afleiding bij het werkwoord deunen, een nog gewestelijk voorkomende variant van denen 'spannen, uitstrekken', van onl. thennon 'uitstrekken, spannen' [10e eeuw; W.Ps.].
Mnd. don 'strak, gespannen'; mhd. don 'stijf gespannen'; nfri. deun 'schraal, gierig'. Daarnaast de zn.: os. thona 'rank van een plant', ohd. dona 'pees'; < pgm. *þen-, *þan- 'strekken, spannen'. En de werkwoorden: os. thennian 'spannen, uitstrekken, uitspreiden', ohd. dennen 'id.' (nhd. dehnen 'uitstrekken').
Pgm. *þen-, *þan- is verder verwant met: Latijn tenēre 'houden' (zie tenor) en tendere 'spannen' (zie tenderen); Grieks teínein 'spannen, rekken'; Sanskrit tanóti 'spant, rekt'; bij de wortel pie. *ten- 'spannen' (IEW 1066); zie ook dun.
De grondbetekenis zal 'strak gespannen, taai' zijn geweest. In het Vroegnieuwnederlands ontwikkelt het woord als bn. en bw. een aantal metaforische toepassingen, waaronder 'dicht opeen', 'nabij', 'dadelijk', 'streng, zeer' en 'nauw, eng, schraal', waaruit zich dan 'armoedig' ontwikkelt. Bij overdracht op menselijke karaktereigenschappen evolueert de betekenis van 'taai, hardnekkig' tot 'niet geneigd tot gulheid, gierig'.
86.   dia zn. 'positieve foto om te projecteren'
categorie:
verkorting, leenwoord, geleerde schepping
Nnl. dia'tje 'positief fotootje' [1943; WNT Aanv.], kleurendia's 'gekleurde positieve foto's' [1943; WNT Aanv.].
Verkorting van diapositief (diapositieven 'positieve fotoplaten' [1916; WNT Supp auto II]), dat wrsch. niet zelfstandig in het Nederlands is gevormd maar ontleend is aan het Franse zn. diapositif 'id.' [1892; Rey], waar het een zelfstandige gebruik is van het bn. diapositif in zulke termen als plaque diapositive 'diapositieve plaat' etc. Diapositif is gevormd uit het internationale wetenschappelijke voorvoegsel dia- 'door, tussen' en het bn. positif, zie positief.
In de fotografie is een positief het tegenovergestelde van een negatief. De oudste bruikbare fotografische beelden, de daguerrotypes, waren unieke positieve exemplaren; het procédé liet geen afdrukken toe en is o.a. om die reden vervangen door modernere technieken met transparante negatieven en positieve afdrukken. De transparante negatieven waren niet geschikt om te projecteren. Een diapositief is een doorschijnend beeld dat daarvoor wel geschikt is: men projecteert 'door het positief'. Het is echter ook mogelijk dat het voorvoegsel dia- hier wordt gebruikt in de betekenis 'direct, rechtdoor, zonder omwegen' en dat de betekenis dus is 'een direct beschikbaar positief zonder tussenkomst van een negatief'.
87.   diabeet
categorie:
verkorting
Zie: diabetes
88.   dies zn. 'jaarlijkse viering van de stichtingsdag (van universiteiten e.d.)'
categorie:
leenwoord, verkorting
Nnl. in de Latijnse verbinding dies natalis 'stichtingsdag' [1844; WNT Aanv.], dies 'jaarlijkse viering van de stichtingsdag' [1950; Dale].
Verkorting van Latijn diēs natālis, letterlijk 'geboortedag', uit diēs 'dag' en het bn. natālis 'van de geboorte'.
89.   directoire zn. (NN) 'damesonderbroek'
categorie:
leenwoord, verkorting
Nnl. directoire of pantalon directoire 'nauwsluitende vrouwenpantalon met elastieken band om het middel en aan de pijpen gesloten' [1931; Kramers II], Dameshemden en directoires 'dameshemden en -onderbroekjes' [1937; WNT Aanv.].
Verkorting van pantalon directoire 'pantalon in directoirestijl', naar de periode waarin slanke dameskleding mode werd, het Directoire (Frankrijk, 1795-1799), de periode waarin de uitvoerende macht in handen was van vijf directeurs, zie directeur. Het gebruik van de verkorte vorm directoire in de betekenis 'damesonderbroek' is uitsluitend Nederlands.
Nauwsluitend ondergoed werd opnieuw nodig toen de slanke stijl in dameskleding die mode was geweest aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw, aan het begin van de 20e eeuw weer opkwam. De naam directoire ging in het Nederlands ook over op damesonderbroeken met korte of geen pijpen, toen die mode werden.
Literatuur: Debrabandere 2000, 115
90.   documentaire zn. 'wetenschappelijke film'
categorie:
verkorting, leenwoord
Nnl. documentaires (mv.) 'id.' [1946; WNT Aanv.].
Verkorting van documentaire film, wat in WNT Aanv. niet eerder wordt gedateerd, maar wel enige tijd als synoniem van documentaire is gebruikt. Het bn. documentair 'op documenten berustend', en bij uitbreiding 'op feiten berustend' is ontleend aan Frans documentaire 'id.' [voor 1877; Rey], afgeleid van document.
Ook in het Frans is de substantivering van film documentaire naar documentaire zn. [1915; Rey] opgetreden; Nederlands documentaire kan dus ook rechtstreeks ontleend zijn.

< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >
  naar boven