1.   vlugzout zn. 'ammoniumcarbonaat ((NH4)2CO3), reukzout'
Vnnl. Vluchtigh Sout 'snel vervliegend zout' [1678; iWNT vluchtig], De vlugt-soute deeltjes, waar uyt de geesten ('vluchtige stoffen') bestaan [1678; iWNT], Wat geest en vlug sout [1688; iWNT pleister]; nnl. 't Vlug-zout der bergstoffen trekken 'het vlugzout aan de mineralen onttrekken' [1710; iWNT].
Leenvertaling van Neolatijn sal volatilis 'vluchtig zout', waarin (reeds klassiek Latijn) volatilis 'vliegend; vliegensvlug; vluchtig, vergankelijk' betekent en is afgeleid van volāre 'vliegen, snellen'. Het eerste lid is vlug in de betekenis 'vluchtig, kunnende vliegen'.
De etymologie van Latijn volāre is omstreden; mogelijk hoort het bij de wortel pie. *gwelh1- 'werpen' en dan is het wellicht verwant met Grieks bállein 'werpen, draaien, zwenken'.
Het woord werd in het verleden ook wel gebruikt voor andere ammoniumzouten dan ammoniumcarbonaat. Een belangrijke toepassing was die als opwekkend middel bij flauwvallen, vandaar de benaming reukzout: bij het openen van een flesje ammoniumcarbonaatoplossing komt het sterk prikkelende ammoniakgas vrij.
Fries: fluchsâlt


  naar boven