1.   heroïsch bn. 'heldhaftig, dapper; een sterke werking hebbend'
categorie:
leenwoord
Nnl. heroïsch 'betreffende helden', meestal uit de klassieke Oudheid, bijv. in groot heroisch treurspel [1833; de Thouars], heroïsche tijden, heroïsche poezij [1847; Kramers], heroïsch 'heldhaftig' [1896; WNT Aanv.], 'een sterke werking hebbend, krachtig (meestal gezegd van medicijnen)' in heroïsche middelen [1847; WNT Aanv.]. Eerder al in de vorm heroïek: 'heldhaftig' [1602; WNT Aanv.], ook heroïke geneesmiddelen [1831; WNT Aanv.].
Ontleend via Duits heroisch [16e eeuw; Pfeifer], maar in de oudere vorm heroïek rechtstreeks, aan Frans héroïque 'heldhaftig' [17e eeuw; Rey], al eerder heroÿque 'betreffende de helden van de klassieke Oudheid' [1370-72; Rey], later ook 'een sterke werking hebbend (van medicijnen)' [1800; Rey]. Het Franse woord is ontleend aan Latijn hērōicus 'betrekking hebbend op de (mythische) helden, behorend tot het heldendicht', ontleend aan Grieks hērōikós 'id.', afleiding van hḗrōs 'held', van voor-Griekse herkomst.
Grieks hḗrōs was bij Homerus een aanduiding voor de belangrijkste helden uit de Trojaanse oorlog. Later werd het ook een aanduiding voor diverse mythologische halfgoden. Het woord is in vele moderne talen overgenomen, bijv. Frans héros, Engels hero, Duits Heros, Heroe 'heldhaftige man, held'.
De toepassing (inmiddels verouderd) van het bn. heroïsch op sterke medicijnen berust op een betekenisnuance 'heldhaftig' > 'wilskrachtig, krachtig', terwijl de letterkundige betekenis (heroïsche verzen, poëzie) uit de Duitse letterkunde is overgenomen.
Literatuur: G.A.C.W. de Thouars (1833) Zriny, of de dood voor vrijheid en vaderland: groot heroisch treurspel in vijf bedrijven, Gorinchem


  naar boven