1.   polo zn. 'balspel te paard'
categorie:
leenwoord
Nnl. het polo-spel en zijne regels [1888; Groene Amsterdammer], polo "balspel, balvangen, maar te paard gezeten by alle handelingen" [1899; Woordenschat], polo "zeker balspel, dat vooral door ruiters, hoewel ook door wielrijders, zwemmers en schaatsenrijders gespeeld wordt; misschien het uit de middeleeuwen bekende polie" [1912; Kramers].
Ontleend aan Indiaas-Engels polo 'balspel, hockey te paard' [1872; OED], met Brits-Engelse uitspraak ontleend aan Balti (dialect uit het noorden van Kasjmir) pulu 'bal', waarschijnlijk uit Tibetaans pulu 'wilg, wilgenhout', het materiaal waarvan de polobal oorspronkelijk werd gemaakt. Het door Kramers (zie boven) voorgestelde verband met middeleeuws *polie is dus af te wijzen; over een spel met die naam is trouwens ook niets bekend.
Britse militairen in India namen het spel over en brachten het naar Malta en Engeland, van waaruit het zich aan het eind van de 19e eeuw verspreidde over andere Europese landen. In Nederland wordt pas sinds 1988 (Lage Vuursche) polo gespeeld.
Varianten op het klassieke polospel zijn o.a. water-, beach-, mini-, motor-, fiets- en kanopolo.
waterpolo zn. 'balspel in het water'. Nnl. water-polo [1911; Groene Amsterdammer]. Ontleend aan Engels waterpolo 'id.' [1884; OED], samenstelling van water en polo. In 1840 kende men in Groot-Brittannië verschillende balspelen in het water. De meest gebruikelijke variant was een spel waarbij de spelers zaten op een ton met aan de voorkant een paardenkop. Deze sport werd oorspronkelijk water-derby genoemd, maar omdat de sport leek op het polo met echte paarden, kreeg het de naam waterpolo. De eerste gegevens over waterpolowedstrijden in Nederland werden in 1889 in Leiden opgetekend. ◆ poloshirt zn. 'T-shirt met overhemdkraag'. Nnl. gekleed in polo-shirt of iets dergelijks [1933; Vaderland], naast de synoniemen polohemd en de verkorting polo, in het polo-hemd siert gentleman en plebejer [1933; Groene Amsterdammer], polohemd, polo "dun sporthemd met korte mouwen, eig. bij polo gebruikt" [1952; Koenen]. Ontleend aan Engels polo shirt, samenstelling van polo en shirt, zie shirt. De Franse tenniskampioen en modeontwerper René Lacoste (1904-1996) introduceerde dit model T-shirt in 1926 en bracht het in 1933 in samenwerking met textielfabrikant André Gillier onder de merknaam Lacoste op de markt. De polosport kende voor die tijd ook al een gemakkelijk zittend luchtig kledingstuk onder de naam polo shirt [1887; OED3], maar nam Lacostes model met korte mouwen snel over. In het Engels is naast polo shirt vooral tennis shirt een gebruikelijke benaming. In de jaren 1970 trad het shirt uit zijn sportieve context en werd het gemeengoed in het straatbeeld.
Fries: polo ◆ wetterpolo


  naar boven