1.   indigo zn. 'donkerblauwe kleur(stof)'
categorie:
leenwoord
Vnnl. Anijl of Indigo van Portugal [1578; Listen], indego [1582; WNT]. Ouder is wel al een geïsoleerde vindplaats van een op indigo lijkend woord: mnl. insee (lees insce = 'Indsche, Indische') 'indigo' [1337-78; MNW insee].
Indigo gaat, via een niet helemaal duidelijke ontleningslijn, terug op Latijn indicum, ontleend aan Grieks indikón, beide met dezelfde betekenis 'de kleur(stof) indigo', letterlijk 'het Indische', zelfstandig gebruik van het bn. bij de riviernaam Indós 'Indus', zie indiaan. Uit Latijn indicum (via *indium) ook bijv. Oudfrans inde en vandaar Middelengels ynde [1296; BDE].
De kleurstof was al in de klassieke tijd bekend, maar stond in de Middeleeuwen door de Arabische handel in het Middellandse Zeegebied bekend onder de naam anil (waaruit ook vnnl. anijl), uit Arabisch an-nīla 'indigo', met Arabisch lidwoord ontleend aan Sanskrit nīlī, de locale naam van de indigoplant. Ook in Europa (o.a. in Noord-Italië en Zuid-Frankrijk) was de indigoplant echter inheems, zodat er misschien een niet onderbroken ontwikkeling van het Latijn naar de moderne vormen is. De oudste vindplaatsen voor de moderne talen dateren uit de 13e eeuw, vóór de handel op Azië door de Portugezen: Venetiaans indego [1246; TLF] en Italiaans indaco [1299-1300; DEDLI]; het woord is dus wrsch. verspreid vanuit de Italiaanse havensteden. In andere Europese talen verschijnt het woord pas vanaf de 16e eeuw, het eerst in het Spaans als indico [1555; Corominas], en pas veel later in het Portugees als indigo [1695; Corominas].
Zoals dat ook bij andere natuurlijke kleurstoffen het geval is, duidt het woord zowel de plant (geslacht Indigofera), de kleurstof uit deze plant, als de kleur aan.
Literatuur: Listen: z.a. (1578), Listen vande generale middelen gheresolueert by z{U+0133}n Alteze, m{U+0133}n heere den prince van Orangnien,..., Antwerpen, A2


  naar boven