1.   schoon- voorv. 'aangetrouwd'
Mnl. schone 'geacht, eerbiedwaardig', als bn. en in samenstellingen, in Hannin Sconeneve 'aangetrouwde neef' [1304; Stall. III, 269], Te uwen scoonheere ende te uwen sconer vrouwen 'bij uw grootvader en bij uw grootmoeder' [1350-1400; MNW schone I], Matten Buullen haerledere schoenvrauwe 'Matte Bule hun grootmoeder' [1409; Vlaamse Stam 1970, 623]; Grimbert, scone, wel soete neve [1380-1425; MNW-R], i.h.b. 'door een huwelijk in de familie tredend' in Schoonsone [1470; MNW], Onse harde lieve ('zeer geliefde') schoonedochtere, die hertoginne van Bourgoingnen [1477; MNW], Onser harde liever vrouwe ende schonemoeder ..., hertoginne van Bourgoengnen [1477; MNW], schoonvadere 'schoonvader' [1477; MNW].
Hetzelfde woord als schoon 1 'mooi', dat met betrekking tot personen in het Middelnederlands ook 'geacht, eerbiedwaardig' kon betekenen, hoewel dit gebruik zeldzaam is. Schoon- als eerste lid in samenstellingen moet dan ook worden gezien als leenvertaling van Frans beau- (m.) en belle- (v.) in de samenstellingen beau-fils 'schoonzoon', belle-mère 'schoonmoeder' enz. In het Frans werd beau 'mooi' al vanaf de 10e eeuw gebruikt in hoffelijke aanspreekvormen en verschijnt het vanaf de 13e eeuw in aanduidingen voor door een huwelijk in de familie tredende personen (TLF).
Het Nederlands had oorspr. diverse erfwoorden en inheemse afleidingen voor aangetrouwde familieleden: mnl. sweer 'schoonvader', swegher 'schoonmoeder', snare 'schoondochter', swagher 'aangetrouwd familielid; schoonbroer; schoonzoon', swaselinc, swaghelinc 'schoonbroer; schoonzoon'. De meeste van deze woorden zijn in de standaardtaal vervangen door samenstelling met schoon-. Uitzonderingen zijn o.a. NN zwager (in het BN en SN meestal schoonbroer) en SN zwageres 'schoonzus'. Een ander verouderd systeem van benamingen voor aangetrouwde familieleden is dat met het verl.deelw. van behuwen: mnl. behuwede sone > vnnl. behuwde zoon > nnl. behuwdzoon (zo ook behuwdvader enz.).
Literatuur: Van der Sijs 2001, 362-368
Fries: skoan- (ontleend aan het Nederlands)


  naar boven