1.   partituur zn. 'volledige notering van een meerstemmige compositie'
categorie:
leenwoord
Nnl. een partitura dat is een afzetsel (notenbeeld) ... van de partyen die boven elkander staan [1739; WNT afzetsel], iets in partituur te zetten 'alle partijen samen te noteren' [1766; WNT], de partituur van Der Ring des Nibelungen [1926; WNT Aanv. bas III].
Ontleend aan Italiaans partitura 'volledige notering van een compositie' [17e eeuw; DELI], letterlijk 'indeling (van de diverse partijen)' < middeleeuws Latijn partitura 'indeling, verdeling', een afleiding van Latijn partīre 'scheiden, verdelen, indelen', dat zelf een afleiding is van pars 'deel', zie part.
Fries: partituer


  naar boven