1.   feature zn. 'voornaamste kenmerk; vast artikel in krant of tijdschrift'
categorie:
leenwoord
Nnl. de feature van den petroleumhandel is de domineerende positie van de Vereenigde Staten 'de kenmerkende eigenschap van ...' [13 dec.1925; Telegraaf], feature 'vast artikel of rubriek in krant; de clou, hoofdtrek' [1942; Kramers II], 'kenmerk' [1984; van Dale].
Ontleend aan Engels feature 'kenmerk' [1692; OED], een betekenis die is ontwikkeld uit 'vorm', met een oudste attestatie feture [1325; OED], ontleend aan Oudfrans faiture, feture 'werk, schepsel, figuur' [1080; Rey], ontwikkeld uit Latijn factūra 'het maken, schepping, maaksel' (waaruit via het Frans en met betekenisverandering ook factuur), een afleiding van het werkwoord facere 'maken'.
In het Middelnederlands komt al het rechtstreeks aan het Oudfrans ontleende faiture 'uiterlijk, gelaat' voor [ca. 1300; MNW].
Fries: -


  naar boven